Begrotingssubsidies 2020 in vergelijking met 2019 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2019 | Begroting 2020 | Urgente claims 2020 | 1 e Begrotings-wijziging 2020 (beleidsrijk) | Voorjaars-nota 2020 | Najaars-nota 2020 | Maximaal te subsidiëren 2020 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | Faunabeheer eenheid Zuid Holland | 440.000 | 440.000 | 40.000 | 480.000 | |||
5.1 | Waterschap Rivierenland t.b.v. de gebiedsagenda Water en Groen Alblasserwaard-Vijfheerenlanden | 2.808.675 | ||||||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon | 1.500.000 | 1.500.000 | 1.500.000 | ||||
5.1 | Gemeente Gouda t.b.v. afkoop beheer Steinse Groen | 50.000 | ||||||
5.1 | Gemeente Gouda t.b.v. inrichting Steinse Groen | 200.000 | ||||||
5.1 | BoerenNatuur Zuid-Holland t.b.v. ICT-systeem | 45.000 | 45.000 | |||||
5.1 | Zuid-Hollands landschap t.b.v. Kadijk-West | 350.000 | 350.000 | |||||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Bovenlanden | 40.000 | 40.000 | |||||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden | 1.060.000 | 1.060.000 | 1.060.000 | ||||
5.1 | Stichting Nationaal Park Hollandse Duinen | 363.000 | ||||||
5.1 | Gemeente Dordrecht t.b.v. Nationaal Park Programmamanagement Nieuwe Stijl NLDelta-gebied | 195.000 | ||||||
5.1 | Gemeente Dordrecht t.b.v. opzet en organisatie Nationaal park Nieuwe Stijl NLDelta-gebied | 250.000 | ||||||
5.1 | Coöperatie Collectief Hoeksche Waard | 70.000 | ||||||
5.1 | Coöperatie Collectief Krimpenerwaard | 48.000 | ||||||
5.1 | Coöperatie Collectief Midden Delfland | 74.500 | ||||||
5.1 | Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid | 500.000 | ||||||
5.1 | Gemeente Molenlanden t.b.v. drukdrainage Alblasserwaard-Vijfheerenlanden | 325.000 | 325.000 | |||||
5.1 | Zuid-Hollands Landschap t.b.v. Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard | 100.000 | 100.000 | |||||
5.1 | BoerenNatuur Zuid-Holland | 260.000 | 260.000 | |||||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon U.A | 270.000 | 270.000 | |||||
5.2 | Stichting Wageningen Research t.b.v. groene cirkel kaas en bodemdaling | 150.000 | 150.000 | |||||
5.2 | Stichting de Goede Waar | 50.000 | ||||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. één project in het kader van de Regio- deal Bodemdaling | 1.374.702 | ||||||
5.2 | Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden | 1.600.000 | ||||||
5.2 | Provincie Utrecht t.b.v. twee projecten in het kader van Regio deal Bodemdaling | 100.000 | 55.000 | 55.000 | ||||
5.2 | Gemeente Alphen aan den Rijn t.b.v. één project in het kader van Regiodeal Bodemdaling | 678.246 | ||||||
5.2 | Gemeente Woerden t.b.v. zeven projecten in het kader van Regiodeal Bodemdaling | 797.000 | ||||||
5.2 | Gemeente Gouda t.b.v. twee projecten in het kader van Regiodeal Bodemdaling | 1.316.500 | ||||||
5.2 | Deltares t.b.v. één project in het kader van Regiodeal Bodemdaling | 560.000 | 1.780.000 | 220.000 | 2.000.000 | |||
5.2 | Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden t.b.v. één project in het kader van Regiodeal Bodemdaling | 119.240 | ||||||
5.2 | Coöperatie Hoeve Biesland BA | 139.422 | 139.422 | 139.422 | ||||
5.2 | BoerenNatuur Zuid-Holland | 385.000 | ||||||
5.2 | Stichting voedselfamilies Zuid-Holland | 500.000 | ||||||
5.2 | Gemeente Leidschendam-Voorburg t.b.v. Duivenvoordecorridor | 529.437 | 529.437 | |||||
5.2 | Gemeente Voorschoten t.b.v. Duivenvoordecorridor | 90.000 | 90.000 | |||||
5.2 | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland t.b.v. het project Duin- en Bollenstreek Kloosterschuur-Trappenberg-uitleglocatie | 192.215 | 192.215 | |||||
5.2 | Stichting Het Zuid-Hollands Landschap t.b.v. de uitvoer van een Voucherregeling landschapselementen 2020-2021 | 65.000 | 65.000 | |||||
5.2 | Gemeente Zuidplas t.b.v. Regiodeal bodemdaling | 750.000 | 750.000 | |||||
5.2 | STOWA t.b.v. Regiodeal bodemdaling | 200.000 | 200.000 | |||||
5.3 | Deltares inzake COASTAR | 300.000 | 300.000 | |||||
5.3 | Gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 263.606 | 147.000 | 147.000 | ||||
5.3 | Gemeente Den Haag t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 140.000 | 140.000 | 140.000 | ||||
5.3 | Stichting Blauwzaam t.b.v. de pilot Drukdrainage | 405.000 | ||||||
5.3 | Stichting Natuur- en Milieufederatie | 50.000 | ||||||
Totaal | 14.977.891 | 4.201.422 | 1.865.000 | 1.914.437 | 1.207.215 | 9.188.074 |
De begrotingssubsidie aan Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland t.b.v. het project Duin- en Bollenstreek Kloosterschuur-Trappenberg-uitleglocatie voor een bedrag van € 192.215 (doel 5.2)
In 2013 is met gedecentraliseerde rijksmiddelen uit het landelijke Fonds Economische Structuurversterking-Nota Ruimte Projecten, op basis van bestuurlijke afspraken in het kader van het landelijke Investeringsbudget Landelijk Gebied 2007-2013 een meerjarige subsidie verleend voor het project Duin- en Bollenstreek Kloosterschuur-Trappenberg-uitleglocatie.
In 2020 is deze subsidie, als gevolg van aflopen van de subsidieregeling waardoor de looptijd niet verlengd kon worden, lager vastgesteld. Op basis van bestuurlijke toezeggingen uit het 2015 dienen de middelen opnieuw te worden ingezet voor dit doel. Dekking voor deze subsidie wordt gevonden in de vrijvallende subsidie (na afrekening) van een subsidie aan dezelfde subsidieontvanger. Bij de Najaarsnota 2020 is de vrijval in de begroting opgenomen.
De maatschappelijke baten zijn: Versnelling van de integrale ruimtelijke opgave (herstructurering) van de Duin - en Bollenstreek c.q. versterking intrinsieke gebiedskwaliteit en landschappelijke inpassing, volgend op de reconstructie van het glastuinbouwgebied Trappenberg-Kloosterschuur Katwijk.
Er zijn geen alternatieven voor subsidie overwogen. Het betreft hier een oude gedecentraliseerde rijksverplichting via provincie met 5 convenantpartners.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 192.215 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan stichting Het Zuid-Hollands Landschap t.b.v. de uitvoer van een Voucherregeling landschapselementen 2020-2021 voor een bedrag van € 65.000 (doel 5.2)
Het betreft een begrotingssubsidie voor de uitvoer van een Voucherregeling landschapselementen 2020-2021. Doel van deze regeling is het stimuleren van het aanleggen en onderhoud van streekeigen landschapselementen door zelfbeheer en vrijwilligers. De volgende onderdelen komen in aanmerking voor een Voucher Landschapselementen:
- Aanleggen en onderhoud van landschappelijke/groene elementen op onder andere erven
- Advies voor aanleg en landschappelijk beheer, zowel voor vrijwilligersorganisaties als specifieke doelgroepen
- Kennisuitbreiding en kennisdeling bij landschapsbeheerwerkzaamheden
- Het opstarten van nieuwe groene initiatieven binnen landschapsbeheer
- Het betrekken van nieuwe mensen bij landschapsbeheer
- Continuïteit en zelfstandigheid van vrijwilligerswerk
Dekking voor de provinciale bijdrage komt uit de budgetten die reeds in de begroting beschikbaar zijn gesteld. Deze zijn opgenomen in beleidsdoel 5-2 Toekomstbestendige landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: de betrokkenheid van de Zuid-Hollandse burger bij het aanleggen en het onderhouden van streekeigen landschapselementen vergroten. Dit wordt bereikt door adviseren, delen en vergroten van kennis; stimuleren en ondersteunen inzet van burgers bij landschapsbeheer.
Er is gekeken naar opdrachtverlening als alternatief voor subsidie, maar de provincie krijgt geen levering in goederen en/of diensten. Hierdoor valt de Voucherregeling niet onder de voorwaarde van een opdracht.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 65.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan gemeente Zuidplas t.b.v. Regiodeal bodemdaling voor een bedrag van € 750.000 (doel 5.2)
In het kader van de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart worden aan partijen begrotingssubsidies verleend. De partijen krijgen subsidie vanuit de Rijksmiddelen vanuit de Regio enveloppe van het ministerie van LNV. De provincie is kasbeheerder van deze middelen. Het restveengebied in de Zuidplaspolder ligt in het laagste punt van Nederland. Het gebied is gevoelig voor bodemdaling door veenoxidatie. Doorgaande peilaanpassing aan de bodemdaling wordt om fysieke als financiële redenen als niet meer verantwoord geacht door de overheden. De bodemdaling door veenoxidatie zal echter nog doorgaan waardoor, de komende jaren, de drooglegging steeds minder zal worden en de gronden langzaam natter, wat gevolgen zal hebben voor de economische houdbaarheid van het huidige grondgebruik en de grondgebruikers. Het restveengebied staat daarmee voor de urgente opgave om een transitie in landgebruik op gang te brengen. Door een gecombineerde inzet van meten (en beter begrijpen van de bodemdaling), experimenteren (met maatregelen en functies die bijdragen aan de transitie), faciliteren (van het gebiedsproces en projectorganisatie) en evalueren, ontstaat inzicht in de manier waarop een gebied met een zeer beperkte drooglegging kan veranderen in gebruik en/of van functie. Dit inzicht is waardevol voor andere veenweidegebieden waar de drooglegging tot een ander, duurzaam gebruik van het land noopt. Dekking voor de provinciale bijdrage komt uit de budgetten die reeds in de begroting beschikbaar zijn gesteld. Deze zijn opgenomen in beleidsdoel 5.2 Toekomstbestendige landbouw. Daarnaast is bij de Najaarsnota 2020 de tweede tranche van de Rijksmiddelen ontvangen. Deze zullen in de Begroting 2021 worden verwerkt en dienen ter dekking van o.a. deze subsidie.
De maatschappelijke baten zijn: voorkomen en beperken watertekorten, wateroverlast, verzilting en bodemdaling.
Als alternatief voor subsidie is opdrachtverlening overwogen. De provincie ontvangt geen goederen en/of diensten, daarmee is opdrachtverlening niet mogelijk. Subsidieverlening is conform afspraak met partners en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van deze regiodeal.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 750.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan STOWA t.b.v. Regiodeal bodemdaling voor een bedrag van € 200.000 (doel 5.2)
In het kader van de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart worden aan partijen begrotingssubsidies verleend. De partijen krijgen subsidie vanuit de Rijksmiddelen vanuit de Regio enveloppe van het ministerie van LNV. De provincie is kasbeheerder van deze middelen. Resultaat van dit project is een duurzame en groeiende beweging van dynamische, zelfstandige netwerken waarin de kennis over bodemdaling wordt gedeeld, versterkt en ontwikkelt en waarin deze kennis meer en meer in de praktijk wordt toegepast. Dekking voor de provinciale bijdrage komt uit de budgetten die reeds in de begroting beschikbaar zijn gesteld. Deze zijn opgenomen in beleidsdoel 5.2 Toekomstbestendige landbouw. Daarnaast is bij de Najaarsnota 2020 de tweede tranche van de Rijksmiddelen ontvangen. Deze zullen in de Begroting 2021 worden verwerkt en dienen ter dekking van o.a. deze subsidie.
De maatschappelijke baten zijn: voorkomen en beperken watertekorten, wateroverlast, verzilting en bodemdaling.
Als alternatief voor subsidie is opdrachtverlening overwogen. De provincie ontvangt geen goederen en/of diensten, daarmee is opdrachtverlening niet mogelijk. Subsidieverlening is conform afspraak met partners en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van deze regiodeal.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 200.000 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2020 in vergelijking met 2019 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Totaal subsidie-plafond 2019 | Begroting 2020 | Urgente claims 2020 | 1 e Begrotings-wijziging 2020 (beleidsrijk) | Voorjaars-nota 2020 | Najaars-nota 2020 | Totaal subsidie-plafond 2020 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | 1.6.21 | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) | 30.000.000 | 11.250.000 | 11.250.000 | ||||
5.1 | 1.6.60 | Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 | 150.000 | 100.000 | 100.000 | ||||
5.1 | 1.6.68 | Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 | 8.150.000 | 27.500.000 | 27.500.000 | ||||
5.1, 5.2 en 7.2 | 1.6.76 | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 | 11.122.500 | 1.840.000 | 1.935.000 | 685.000 | 1.496.577 | 5.956.577 | |
5.2 | 1.6.69 | Subsidieregeling Plattelands Ontwikkeling Programma 2014-2020 (POP3) | 21.500.000 | 2.500.000 | 2.500.000 | ||||
Totaal | 70.922.500 | 43.190.000 | 1.935.000 | 685.000 | 1.487.577 | 47.306.577 |
Voor 1.6.76 Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 het hoofdplafond van € 4.460.000 te verhogen met een bedrag van € 1.496.577 naar een bedrag van € 5.956.577 voor het jaar 2020 (doel 5.2 en 7.2)
Voor § 2.8 Innovatieve pilots Groene Cirkels een deelplafond van € 231.577 (aanvraagperiode oktober 2020 tot en met december 2020, doel 5.2). De subsidieregeling Groen paragraaf innovatieve pilots Groene Cirkels is bedoeld om initiatieven van partijen te steunen die innovatieve ideeën ontwikkelen en uitproberen om (kennis te ontwikkelen hoe) een duurzame, circulaire en klimaat neutrale economie en maatschappij en een aangename en klimaatbestendige leefomgeving te realiseren. Een eerder verleende subsidie is teruggevorderd, omdat niet aan planningseisen is voldaan. Deze vrijvallende middelen worden ingezet voor een pilot met een zuiveringssloot. Daarnaast wordt een deel van het bestaande budget ingezet voor een pilot met betrekking tot CO 2 neutrale frietjes. Tenslotte zal in het kader van het project Groene Cirkels eveneens een onderzoek plaatsvinden naar het tegengaan van bodemdaling en de verhoging van grondwaterpeil in het veenweidegebied door mogelijke inzet van alternatieve koeienrassen. Dekking voor de provinciale bijdrage van € 185.000 komt uit de budgetten die reeds in de begroting beschikbaar zijn gesteld. Deze zijn opgenomen in beleidsdoel 5.2 Toekomstbestendige landbouw. Daarnaast wordt voor € 46.577 dekking gevonden in een vrijvallende subsidie.
De maatschappelijke baten zijn: duurzame energie stimuleren, stoppen bijensterfte, versterken bestuiving, voldoende en goed drinkwater, grondstofkringlopen sluiten, duurzaam vervoer over water, tegengaan bodemdaling, verhogen grondwaterpeil.
Een opdracht is als alternatief voor subsidie overwogen, maar ligt niet in de rede omdat het hier gaat om initiatieven van derden die bijdragen aan een provinciaal doel, maar waar de provincie geen direct product geleverd krijgt. Projectsubsidies zijn een passend middel om initiatieven van partijen te steunen die innovatieve ideeën ontwikkelen en uitproberen om een (kennis te ontwikkelen) om duurzame, circulaire en klimaat neutrale economie en maatschappij en een aangename en klimaatbestendige leefomgeving te realiseren.
Voor het te herschrijven § 2.11 onderdelen sport en recreatie een deelplafond te zijner tijd van € 1.265.000 (doel 7.2). De provincie zet in op een gezonde en aantrekkelijke buitenruimte (leefomgeving) die geschikt is voor en uitnodigt tot bewegen, sporten en recreatie. We stimuleren de bereikbaarheid en toegankelijkheid van sport- en recreatievoorzieningen, zodat zoveel mogelijk Zuid-Hollanders hier gebruik van kunnen maken, wat bijdraagt aan een gezonde, weerbare en vitale bevolking. Wij richten ons hierbij op sport, recreatie en participatie, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Deze verhoging van het hoofdplafond subsidieregeling Groen zal ingezet worden voor de doelen recreatie en sport. De middelen zullen door openstellingsbesluiten verdeeld gaan worden naar de diverse onderwerpen.
De maatschappelijke baten zijn: Verbeteren openbare toegankelijkheid groengebieden en recreatieve routestructuren aansluiting stedelijk gebied in aansluiting op wensen van gebruikers (bewoners, toeristen). De provincie wil de groenbeleving en de betrokkenheid van de Zuid-Hollandse burger bij het groen vergroten. Dit wordt bereikt door het vergroten van natuurkennis en natuurbeleving en het stimuleren en ondersteunen inzet van burgers voor en in het groen.
Opdrachten zijn overwogen als alternatief voor subsidie. Op het gebied van recreatie, sport en participatie worden vaak maatregelen / investeringen uitgevoerd op gronden van derden. De provincie wordt daarmee geen eigenaar van de geleverde maatregel. Ook betaalt de provincie in het algemeen niet de volledige commerciële kostprijs, maar draagt de provincie doorgaans voor 50% bij in de kosten. Daarom is gekozen voor subsidie.
Voor deze subsidieregeling wordt aan Gedeputeerde Staten gevraagd de bovengenoemde deelplafonds vast te stellen. Voorstel van Gedeputeerde Staten is om het Hoofdsubsidieplafond te verhogen met een bedrag van
€ 1.496.577 tot € 5.956.577. Dit heeft tot gevolg dat door Provinciale Staten het hoofdsubsidieplafond moet worden vastgesteld op € 5.956.577.