Najaarsnota 2020
portal

Home

Paragrafen

Paragraaf Arbeidskosten (loonkosten en inhuur)

Inleiding

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de inzet van personeel en de daarmee samenhangende kosten. Het totaal aan kosten wordt geduid als onze arbeidscapaciteit. De arbeidskosten bestaan uit loonkosten en kosten voor inhuur van externen. Het BBV schrijft voor dat de arbeidskosten verbonden aan de uitvoering van de beleidsprogramma’s (de directe arbeidskosten) worden opgenomen bij de beleidsprogramma’s. De arbeidskosten van de ondersteunende taken (overhead) worden apart verantwoord in Overzichten en Middelen. Het gevolg van deze BBV-werkwijze is dat geen inzicht bestaat in het totaal van de arbeidskosten en de richtlijnen die hierop van toepassing zijn. Deze paragraaf voorziet in de behoefte aan een totaal inzicht in onze arbeidskosten.

In deze paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling en de omvang van de benodigde arbeidskosten, bestaande uit:

  1. loonkosten voor de formatie van de provincie Zuid-Holland.
  2. loonkosten voor medewerkers in dienst van de provincie welke worden gedekt vanuit materiële budgetten;
  3. kosten voor de inhuur van externen;
  4. ontvangsten detacheringen en UWV.

Totaalbeeld arbeidskosten

In de huidige realisatie van onze beleidsdoelen is een toename te constateren van onze inzet van arbeidscapaciteit. Hieraan liggen diverse oorzaken ten grondslag. Denk hierbij, naast ontwikkelingen zoals schaarste op de arbeidsmarkt, aan extra politieke ambities, digitalisering en bijvoorbeeld de inzet op stikstof. In meerdere gevallen is het budget wel beschikbaar, maar is dat gelabeld als materieel exploitatiebudget en niet als budget voor arbeidscapaciteit. Om onze ambities te realiseren is daarom gekozen voor een verschuiving, waarbij beschikbaar materieel budget wordt ingezet voor ‘arbeid’ in plaats van bijvoorbeeld uitbesteding of aankopen. Deze verschuiving heeft geen budgettaire gevolgen binnen de ambities; we blijven binnen het totale door PS vastgestelde begrotingskader.

Verwacht wordt dat deze verschuiving (deels) een structureel karakter heeft. Dit zal zichtbaar worden in de begroting 2021. Gestreefd wordt om de inzet van  personeel in relatie tot de beschikbare middelen in 2020  in balans te brengen. Daarom gaan we terughoudend om met het aangaan van nieuwe verplichtingen voor externe inhuur. In de onderstaande tabel zijn voor de totale arbeidskosten de beginstand, mutaties en eindstand voor het jaar 2020 opgenomen.

Omschrijving
(bedragen x € 1mln)

Begroting 2020 inclusief mutaties Voorjaarsnota 2020

Mutatie 2020

Stand
Najaarsnota 2020

  1. Loonkosten formatie

131,1

-

131,1

  1. Loonkosten M voor P

6,6

2,5

9,1

  1. Inhuur externen

17,1

6,6

23,7

  1. Ontvangsten detacheringen en UWV

0

0

0

Totaal Arbeidskosten

154,8

9,1

163,9

Percentage inhuur

11,0%

14,5%

Deze pagina is gebouwd op 10/16/2020 13:14:28 met de export van 10/15/2020 12:47:55